× Home LCHF Recepten Recepten op alfabet Achtergrondinformatie Contact
click to navigate Menu

De waarheid over cholesterol

bloedproef om cholesterol te meten

Tegenwoordig weten we steeds meer over wat cholesterol in je bloed zegt over je gezondheid. Deze nieuwe inzichten leiden bij veel mensen tot verbazing. De oude ideologie welke ons vertelt dat we zuinig moeten zijn met vet is gebaseerd op de veronderstelling dat verzadigd vet het cholesterolgehalte in het bloed verhoogt en dat een hoog cholesterol leidt tot hart- en vaatziekten. Er is echter nooit bewezen dat natuurlijk vet de kans op hart- en vaatziekten vergroot. Grote onderzoeken tonen geen enkel nut aan van minder vet, verzadigd vet en cholesterol eten. Wellicht is vetarm eten zelfs schadelijk.

Wat is cholesterol en is het gevaarlijk?

Cholesterol is van levensbelang; het is een noodzakelijke bouwsteen in alle lichaamscellen. Daarnaast is cholesterol een bouwsteen in alle zogenaamde steroïd-hormonen, waaronder de geslachtshormonen testosteron en oestrogeen. Ook vitamine D is een steroïd-hormoon dat uit cholesterol gevormd wordt. Cholesterol wordt getransporteerd door het bloed, om de cellen te bereiken die daar op dat moment behoefte aan hebben. Dit transport gebeurt in een soort pakketje bestaande uit LDL en HDL-cholesterol. Een hoge cholesterolwaarde in het bloed kan statistisch een iets verhoogd risico op hartinfarcten inhouden. Maar dit is betrekkelijk. Een hoog HDL-cholesterol geeft een beduidend minder risico op een hartinfarct. Wanneer je veel verzadigd vet eet, stijgt gewoonlijk je HDL-cholesterol.

Wanneer is het cholesterol te hoog?

Wanneer men spreekt van een te hoog cholesterol bedoelt men meestal het totale cholesterol. Eigenlijk zegt deze waarde niet zo veel. Een beter beeld krijgen we door naar het hele plaatje van bloedvetten te kijken, we noemen dit een bloedvettenprofiel. Dit bestaat uit:

Meestal wordt in Nederland eerst alleen het totale cholesterol gemeten en als dit afwijkend is volgt een uitgebreider onderzoek. Als bovengrens houdt men 5 mmol/liter aan. Als je weet dat 65 % van alle Nederlanders een waarde boven de 5 heeft kun je je afvragen of de grens niet opgetrokken zou moeten worden. Maar farmaceutische bedrijven houden graag vast aan deze grens. Ze zijn er namelijk niet bij gebaat om geneesmiddelen te verkopen aan die mensen die er baat bij hebben, ze willen gewoon zoveel mogelijk verkopen. En dat lukt ze goed: In Nederland slikken maar liefst 2,1 miljoen mensen een cholesterolverlagend middel (95% daarvan is een statine). Er is echter geen enkel bewijs dat deze mensen ook daadwerkelijk gezonder worden van de medicijnen. Maar ze hebben wel last van de bijwerkingen zoals spierzwakte en spierpijn. Wat nog veel erger is: statines vergroten de kans op diabetes.

LDL-cholesterol

LDL wordt in de volksmond ‘slecht’ genoemd, maar een beetje heb je ervan nodig. Het is zelfs van levensbelang. Potentieel gevaarlijk wordt het pas als je teveel hebt van een bepaald soort LDL.

Vet en cholesterol uit de voeding worden eerst naar de lever getransporteerd, daar worden pakketjes gevormd met de naam VLDL. Deze komen in de bloedbaan en binden zich onderweg aan cellen in het lichaam die vet en cholesterol nodig hebben, als bouwsteen of als energie. Gaandeweg dit proces krimpen de VLDL- pakketjes en worden uiteindelijk zo klein dat ze de naam LDL krijgen. Totdat de LDL volledig wordt opgenomen door de cellen blijven de pakketjes krimpen tot zeer klein en compact. En hoe kleiner ze worden, hoe makkelijker ze oxideren en vastlopen in de vaatwanden. Hierbij kunnen ze bijdragen aan het proces dat aderverkalking genoemd wordt (maar dit proces wordt door vele andere factoren bepaald). Het interessante is dat het geen vetten zijn die zorgen voor de kleine, gevaarlijk LDL-deeltjes. Het zijn de grote hoeveelheden snelle koolhydraten die hiervoor verantwoordelijk zijn.

HDL-cholesterol

Dit wordt in de volksmond ‘goed cholesterol’ genoemd. Het doet het tegenovergestelde van LDL: het neemt een overschot aan cholesterol op en transporteert het terug naar de lever. Een hoog HDL-cholesterol verlaagt statistisch gezien het risico op een hartinfarct. Natuurlijk, waaronder verzadigd, vet verhoogt het HDL-cholesterol, terwijl grote hoeveelheden snelle koolhydraten het beschermende HDL-cholesterol juist doen dalen.

Vanwaar die afwijkende voedingsadviezen?

Als koolhydraten leiden tot een slecht bloedvettenprofiel en vet tot verbeterde waarden, waarom hebben wij dan het tegenovergestelde advies gekregen in de afgelopen decennia? Ongetwijfeld zijn er meerdere oorzaken, maar de belangrijkste reden is dat men focuste op LDL als risicofactor voor hartinfarcten. Men wist dat verzadigd vet in de voeding het LDL-gehalte een beetje kan doen stijgen, als is het maar voor korte tijd. Toen kwamen er medicijnen op de markt, statines, welke het LDL-gehalte laten dalen en hiermee het risico voor hartpatiënten op een nieuw hartinfarct. Opeens was het behoorlijk lucratief om bloedvetten te laten controleren, zodat er medicijnen uitgeschreven konden worden. Fabrikant Pfizer had alleen al in het jaar 2007 een omzet van 90 miljoen euro met het middel Lipitor. Er zijn dus grote economische belangen in het spel en de geneesmiddelenfabrikanten willen de focus graag houden op het verlagen van het LDL. Is dit terecht?

Nieuw onderzoek wijst uit dat LDL bestaat uit partikels, deeltjes, van verschillende grootte. De grote deeltjes zijn volkomen onschadelijk. Maar doordat ze groot zijn bepalen ze het grootste deel van de LDL-waarde in een bloedtest. De kleinere deeltjes met een grote dichtheid leveren gezondheidsrisico’s op, maar zijn minder goed aan te tonen in een bloedtest, juist doordat ze zo klein zijn.

Op onderstaand plaatje zie je links wat er gebeurt bij een koolhydraatrijke voeding. Het leidt tot metabole dyslipidemie, een duur woord voor een afwijkend bloedvettenprofiel. Rechts zie je wat er met de bloedvetten gebeurt bij een koolhydraatarme voeding met voldoende verzadigde vetten: er zijn grote, onschuldige LDL-deeltjes, veel HDL en de triglyceriden (TG) dalen.

schema dat duidelijk maakt dat koolhydraatrijke voeding leidt tot verhoging van LDL-cholesterol

Conclusie: Een voeding met verzadigd vet verhoogt het aantal grote LDL-deeltjes met een lage dichtheid en het goede HDL-cholesterol. Door koolhydraatrijke voeding krijg je meer kleine LDL-deeltjes met een grote dichtheid en het is juist deze soort die potentieel gevaarlijk is. Ironisch genoeg is de oorzaak dat verzadigd vet gevaarlijk genoemd wordt juist omdat ze het LDL en het totale cholesterol verhogen. Nu weten we dat deze verhoging bestaat uit een toename van grote, onschuldige LDL-partikels plus een toename van het beschermende HDL.

Wat gebeurt er als je kiest voor een vetarme voeding?

Je gaat meer, vaak snelle, koolhydraten eten om je verzadigd te voelen. Deze koolhydraten verhogen het aantal kleine en gevaarlijk LDL-deeltjes en verlagen het beschermende HDL-cholesterol. De kleine deeltjes vallen minder op bij een bloedtest, waardoor je een uitslag kunt krijgen met een wat lagere LDL-waarde en een verlaagd totaalcholesterol. Dit lijkt goed nieuws als je niet beter weet, maar juist deze bloedvettenverdeling verhoogt de kans op hart- en vaatziekten! Minder vet en meer koolhydraten eten leidt er dus toe dat het goede cholesterol daalt en de schadelijke triglyceriden stijgen. Triglyceriden worden in VLDL-pakketjes vanuit de lever getransporteerd en worden gaandeweg steeds kleiner en uiteindelijk veranderen ze in LDL. Het krimpen van de deeltjes gaat door totdat ze opgenomen worden. Hoge gehaltes van triglyceriden duiden op de vorming van meer kleine, gevaarlijke LDL-deeltjes met een grote dichtheid.

Bloedonderzoek

bloedtest

Er is een bloedtest mogelijk waarbij het aantal grote en kleine LDL-deeltjes vastgesteld worden. Dit geeft een veel betrouwbaarder beeld, maar wordt in Nederland nog niet vaak gedaan. Je kunt ook een inschatting maken door te kijken naar de waarden voor HDL en triglyceriden. Is het HDL-cholesterol hoger dan 1,0 voor mannen en hoger dan 1,3 voor vrouwen en het triglyceridegehalte is goed (beneden de 1,7) dan is het zeer waarschijnlijk dat een te hoog LDL wordt veroorzaakt door de grote, onschuldige deeltjes. Je marge voor een te hoog LDL is dan een stukje groter. Heb je echter een LDL-cholesterol van boven de 3, in combinatie met een te laag HDL en een te hoog triglyceridegehalte, dan duidt dit op de aanwezigheid van veel kleine, gevaarlijke deeltjes. Hier kun je wat aan doen door koolhydraatarm te gaan eten en toegevoegde suiker helemaal uit je dieet te schrappen. Tegelijkertijd kun je door het eten van natuurlijke, dus ook verzadigde, vetten het beschermende HDL-cholesterol omhoog krijgen. Helaas is dit precies hetgeen nog steeds door veel artsen en diëtisten wordt ontraden.

Is het gevaarlijk om cholesterol te eten?

Dit hoor je vaak, vooral als het om eieren gaat. Eigeel is het meest cholesterolrijke product dat we kennen. Dit cholesterol is nodig om de kip in wording op te bouwen. Men heeft nooit kunnen bewijzen dat minder cholesterol in de voeding leidt tot een betere gezondheid. Hetzelfde geldt voor medicijnen als Ezetrol, die de opname van cholesterol door de darmen verminderen.

Het is bewezen dat 80% van het cholesterol dat het lichaam nodig heeft, wordt gemaakt door het lichaam zelf. Eet je meer cholesterol, dan maakt je lichaam minder aan en eet je weinig cholesterol dan gaat je lichaam juist meer produceren. Cholesterol in de voeding speelt dus een marginale rol. Het is aannemelijk dat je je geen zorgen hoeft te maken hoeveel je ervan eet. Dus: eet gerust zoveel eieren als je wilt, ze zijn voedzaam en gezond.

Medicijnen of minder koolhydraten?

De meest gebruikte cholesterolverlagende medicijnen zijn statines, zoals bijvoorbeeld Simvastatine en Lipitor. Deze remmen het enzym dat cholesterol in het lichaam vormt. Interessant om te weten: glucose (druivensuiker) oftewel bloedsuiker is een bouwsteen voor cholesterolproductie door het lichaam. Het enzym dat de snelheid van cholesterolvorming in het lichaam bepaalt is HMGR. Statines zorgen ervoor dat dit enzym langzamer gaat werken, waardoor er minder cholesterol geproduceerd wordt. Zo ontstaat er een tekort aan cholesterol in de cellen, waardoor er meer LDL-cholesterol uit het bloed wordt opgenomen. De LDL-waarde zakt, ook van de kleine, gevaarlijke deeltjes.

Kan dit ook op een andere manier? Jawel: door goede voeding kan men hetzelfde effect bereiken als met statines. Zoals eerder vermeld vormt glucose, bloedsuiker, een bouwsteen voor cholesterol. Wanneer het bloedsuiker stijgt, stijgt tevens de insulinespiegel in het bloed. Dit geeft een impuls aan het enzym HMGR om meer cholesterol te vormen. Logisch: het lichaam grijpt zijn kans wanneer er voldoende bouwstenen aanwezig zijn. Wanneer je veel suiker en andere koolhydraten eet, stijgen dus zowel bloedsuiker- als insulinespiegels. Het lichaam maakt dan via HMGR veel cholesterol aan. De cellen hoeven niet zoveel cholesterol op te nemen uit de bloedbaan, waardoor de LDL-deeltjes langer blijven circuleren. Resultaat: steeds meer kleine, gevaarlijke LDL-deeltjes die op termijn het risico op hart- en vaatziekten vergroten.

Oplossing 1: statines slikken. Oplossing 2: minder suiker en andere koolhydraten eten. De voordelen van optie 2 zijn duidelijk; geen last van bijwerkingen en het levert meerdere voordelen op door het ontwijken van andere gevolgen van hoge bloedsuikers (o.a. gewichtstoename en kans op diabetes 2). Belangrijk: Mensen die al te kampen hebben met hart- en vaatziekten kunnen baat hebben bij zowel medicijnen als koolhydraatarm eten. Op langere termijn is het dan vaak mogelijk om met de medicijnen te stoppen en door te gaan met koolhydraatarm eten.

Cholesterolverlagende medicijnen voor mensen zonder hartproblemen?

statines

In januari 2007 is er in het vooraanstaande medisch tijdschrift The Lancet een analyse gedaan met betrekking tot de voordelen die statines kunnen opleveren voor verder gezonde mensen. De uitslag was als volgt:

Vrouwen, onafhankelijk van de leeftijd: geen enkel voordeel.

Mannen boven de 69 jaar: geen enkel voordeel.

Mannen onder de 69 jaar met een hoog risico op hart- en vaatziekten: een klein voordeel. Met het slikken van cholesterolverlagende middelen kan deze groep het risico op een hartinfarct met 2% verminderen. (Of men de bijwerkingen voor lief wil nemen bij een dergelijke, marginale risicoverlaging is iets waar je over na zou moeten denken.)

Samenvatting

Suiker en andere snelle koolhydraten in de voeding kunnen bijdragen aan een verhoging van kleine en mogelijk schadelijke LDL-deeltjes. Koolhydraatarme voeding met voldoende natuurlijke, verzadigde vetten zorgen voor een toename van het beschermende HDL-cholesterol. Weliswaar verhogen ze mogelijk ook het LDL-cholesterol iets, maar dan gaat het om grote en onschuldige deeltjes. Het addertje onder het gras is echter dat deze grotere LDL-deeltjes beter zichtbaar zijn in een bloedtest dan de kleine, gevaarlijke deeltjes. Beter zou zijn om een bloedonderzoek uit te voeren waarbij onderscheid tussen de grote en kleine LDL-deeltjes wordt gemaakt. Heb je echter een goede waarde voor HDL (>1,0 voor mannen, >1,3 mmol voor vrouwen) en een normaal triglyceridengehalte (< 2,0 maar liefst < 1,7 mmol) dan hoef je je over het algemeen geen zorgen te maken over een iets te hoog LDL-cholesterol, mits je verder gezond bent en niet eerder een hartinfarct hebt gehad. In dat geval kun je overwegen om cholesterolverlagende medicijnen te combineren met een koolhydraatarm dieet. Voor iedereen geldt: je kunt het goede, beschermende HDL-cholesterol verhogen door natuurlijke vetten te eten. Roomboter en eieren zijn hiervoor bij uitstek geschikt. Kies voor grasboter en eieren van vrije uitloopkippen.

gezonde vetten

Bronnen

Website dietdoctor.com

Aantal mensen dat cholesterolverlagende middelen slikt in Nederland

Verhoogde kans op diabetes met statines: Sattar N, et al. Statins and risk of incident diabetes: a collaborative meta-analysis of randomised statin trials. The Lancet, Early Online Publication, 17 February 2010.

Het nut van cholesterolverlagende medicijnen bij verder gezonde mensen: Are lipid-lowering guidelines evidence-based?

Een onderzoek waaruit blijkt dat een koolhydraatarme voeding leidt tot een hoger HDL-cholesterol en lagere triglyceriden, ‘ondanks’ het eten van meer verzadigd vet: Systematic review of randomized controlled trials of low-carbohydrate vs. low-fat/low-calorie diets in the management of obesity and its comorbidities. Obes Rev. 2009 Jan;10(1):36-50.

Vetarme voeding leidt tot meer gevaarlijke, kleine LDL-deeltjes in het bloed: Low-density-lipoprotein subclasses and response to a low-fat diet in healthy men.